Twee denkweken, hoe nu verder 2.

Ik heb ooit eens gehoord dat je moet delen wat je bezighoudt.
Hardop uitspreken of, in dit geval, publiceren van een idee of een plan, schijnt te werken om tot realisatie te komen.
Ik heb het dan over de toekomst van mijn werkzaamheden, want een leven is niet te plannen.

Als hoofdredacteur van Vives magazine stuur ik vaak anderen op pad om interviews af te nemen en uit te schrijven.
Soms denk ik; ‘die man/vrouw zou ik zelf wel eens willen bevragen’.

Waarom doe ik dat dan niet?
Ik kan aardig schrijven.
Ik schreef artikelen, lesmateriaal, columns en verschillende papers voor studie en eigen onderzoek.
De ervaring die ik sinds 2007 heb met bloggen, maakt dat de meeste teksten zelfs leesbaar en toegankelijk zijn.
Ik heb interviews afgenomen voor mijn onderzoek in de master.
Verbaal ben ik sterk.
Ik ben makkelijk in de omgang en kan gesprekken goed op gang houden.
Ik ben nieuwsgierig naar mensen en wat hen beweegt.

Natuurlijk ken ik ook mijn zwakke punten.
Als het om vragen stellen gaat stel ik te vaak gesloten vragen.
Soms laat ik mensen niet uitpraten en gooi mijn eigen ervaringen ongevraagd op (dat heb ik ook, dat kan ik ook, weet je wat jij zou moeten doen?)
Voor wat betreft het schrijven.
Ik ben dramatisch slecht (of slordig) met interpunctie en het gebruik van leestekens op de juiste plek.
Ik gebruik vaak stopwoorden.
Er sluipen te vaak taal- en stijlfouten in mijn teksten.
Het maken van te lange lange zinnen, daar ben ik kampioen in.
In de eerste kladversies zit er vaak geen kop en geen staart aan het verhaal en kost het heel veel werk om er een lopend verhaal van te maken.

Ik ga dus vanaf nu beter worden in interviewen en het uitwerken van de gesprekken.
(Geholpen door experts in mijn netwerk.)

Waarom ik dat wil?
Ik wil de verhalen van zijlijners opschrijven. Niet alleen mijn eigen ervaringen maar ook die van anderen. Hoe gaat het met ze en wat zou hen helpen, waar zijn zij tegenaan gelopen?
Onder zijlijners versta ik ook de naasten van partners die niet overleden maar (tijdelijk) genezen zijn.
Wees gerust, ik heb geen boek ambitie (want we zijn al met een boek bezig).
Publicatie op de weblog op zijlijner.nl is voor mij wel voldoende.

Ook wil ik meer bloggen en vooral weer het columns schrijven weer oppakken.
Hier had ik voorheen TGIF (Thank God It’s Friday), die stijl wil ik verbeteren.
Mijn ervaringen als ‘import’ Drent zijn een goede oefening om dat te doen.
Onderwijs laat ik even voor wat het is…..misschien af en toe eens wat meer verdieping op een onderwerp.
Wie weet ga ik zelf soms op pad om een interview voor Vives Magazine af te nemen.
Natuurlijk kan ik ook oefenen met opstellen van vragen voor ons boek alle dagen digitaal, niet alledaags.

Rijk zal ik er niet van worden, maar tevredener wel.

Eén reactie

  1. Als ik lees over de titel: alle dagen digitaal, niet alledaags.
    Dan denk ik dat het helaas niet alledaags is om te achterhalen hoe het digitale in ons leven is gekomen.
    Over het algemeen wordt aangenomen dat dit het geval was op het moment dat sociale media een rol gingen spelen, rond 2005.
    Maar de drijvende kracht, de motor, van die media was (en is) de technologie, die ook nu nog voort blijft razen.

    Die (vorm van-) technologie, die ik bedoel bestaat sinds 1945/1946 toen John von Neumann de eerste computer bouwde.
    Alan Turing was de inspirator. Dit verhaal wordt heel overtuigend verteld in “Turings cathedral” van George Dyson.

    Ik vertel dit omdat “mediawijsheid” stevige portie “technologiewijsheid” kan gebruiken, zodat jongeren ook kunnen leren te werken met technologie. Meer hierover in: Het is de tijd: https://www.mediawijzer.net/netwerkmaatschappij-32-het-is-de-tijd/

Reacties zijn gesloten.