Vanmorgen liepen de gemoederen weer hoog op …..over rekenen in het MBO.
JOB MBO heeft een onderzoekje gedaan onder 6 welwillende scholen en een aantal lesgroepen over de stand van zaken als het gaat over rekenlessen in het MBO.
Allereerst hulde aan JOB, ik worstel zelf al twee jaar met onderzoekjes en het helder formuleren van resultaten. Lekker leesbaar en ook eerlijk voor wat betreft het feit dat de hoeveelheid reacties niet gezien mag worden als maatgevend voor alle MBO scholen in Nederland.
Laat ik dan gelijk ook maar een kritische vraag stellen aan de “niet deelnemende ROC’s”, waarom deden jullie niet mee? Bang om met de billen bloot te gaan? Bang om met naam en toenaam in een onderzoek over rekenen terecht te komen?
De 5 genoemde (van de 40!!) ROC’s die meededen zijn dus wat mij betreft lerende organisaties, zij stellen zich kwetsbaar op en ik ga ervan uit dat ze ook iets doen met de resultaten. Er waren er 6 die meededen trouwens, wie was de stille Willy?
De kwaliteit van de leraren noch van de scholen waren, ondanks de onjuiste koppen van BNR, de Televaag en een uitgever, niet in het geding.
Job heeft lesobservaties gedaan, leerlingen en leraren bevraagd en daaruit wat mij betreft een prima stel aanbevelingen geformuleerd.
Lees hier het hele onderzoek om zelf een mening te vormen.
Wat mij heel verdrietig maakt is de totaal onzichtbare plek van BBL-opleidingen (beroeps begeleidende leerweg). Niet alleen in dit onderzoek maar in zijn algemeenheid als het gaat om de huidige toets- en afreken gekte.
BBL leerlingen komen 1 dag in de week naar school en werken de rest van de week bij een erkend leerbedrijf. Zie het maar als een duale opleiding.
Die ene lesdag per week zit vol….propvol.
Allereerst natuurlijk met (aanvullende) vakleer, gewoon omdat ze in opleiding zijn. Kennis hoort gewoon bij de opleiding, op hun werk werken ze en zijn ze met praktische zaken bezig.
Sinds de invoering van de kwalificatiedossiers zijn er nogal wat dingen veranderd.
Een BBL leerling moet verplicht Loopbaan en Burgerschap volgen, dat is zinloos. Die jongens en meiden hebben een baan, verdienen geld, hebben zich te houden aan de mores van de werkvloer en zitten niet te wachten op bezigheidstherapie over hoe je solliciteert en wat een vakbond is.
Dan komen daar ook de kwalificerende taaltoets en volgend schooljaar de kwalificerende rekentoets bovenop.
Blijkbaar heeft de minister geen behoefte aan mensen die een diploma halen omdat ze startbekwaam zijn voor de arbeidsmarkt. Nee, de minister vindt dat iedereen moet kunnen zakken op taal en rekenen.
Het ergste moet echter nog komen, het herontwerp van de kwalificatiedossiers heeft een nieuwe bezigheidstherapie in zich; het keuzedeel.
Elke leerling moet een keuzedeel volgen en een keuzedeel omvat 15% van de studiebelasting. Met een keuzedeel “kan de mbo-student zich verbreden of verdiepen. Het basis-, profiel- en het keuzedeel vormen gezamenlijk de mbo-opleiding. Het keuzedeel maakt geen deel uit van de slaag-zak regeling, maar moet wel geëxamineerd worden”. [bron]
Rekent u even mee?
Lang niet zo mooi als het job onderzoek maar hopelijk even functioneel:
Een BBL leerling komt 40 x 8 uur naar school,
De opleiding duurt (even voor het gemak) 2 jaar 80 x 8 = 640 uur.
(Voor het rekengemak is een uur ook een uur en niet 45 of 50 minuten).
15% daarvan is het keuze deel…dat is 96 uur.
Het onderzoek van JOBmbo gaf aan dat leerlingen het lekker vinden om 3 uur per week rekenen te krijgen.
Laten we er dan maar even van uit gaan dat straks zo’n zelfde onderzoek dat ook van taal zegt.
In het kader van de afrekencultuur rondom diploma’s vinden scholen taal en rekenen heel belangrijk. Zullen we een uurtje taal en een uurtje rekenen pakken dan?
Loopbaan en Burgerschap…..moet wel….moet ook geëxamineerd worden maar zakken en slagen kan niet…half uurtje per week?
80 x 1 uur taal en
80 x 1 uur rekenen
80 x 0,5 uur Loopbaan en Burgerschap = 200 uur
640 – 96 – 200 = 344 uur
344 uur blijft er dan over in 2 jaar om datgene aan leerlingen bij te brengen waar ze voor gekozen hebben een vakopleiding, zo min mogelijk school en zoveel mogelijk praktijk.
Dat is 4,3 uur per lesdag (daar heb ik dan even niet de examentijd en gesprekken met de mentor over de studievoortgang en het werk vanaf getrokken).
Kom dan bij mij niet aan dat de haren, schoenen of nagels van de minister er wat onverzorgd uitzien of dat bedrijven mopperen dat leerlingen niet weten waar ze mee bezig zijn en basale kennis ontberen.
Kom ook niet over motivatie van leerlingen aan…ze hebben niet gekozen voor taal en rekenen, keuzedelen of loopbaan en burgerschap…ze willen een vak leren.
Wie zakt die zakt.
Ach de meesten van hen kunnen heel snel uitrekenen wat 70% van het laatstverdiende salaris is, daar hebben ze een smartphone voor.