Al een paar dagen heb ik haar in huis, mijn schelp.
Ze ligt te weken, na ontdaan te zijn van meelifters (lees tuinslakken).
Soms ga ik er even met een borstel overheen.
Soms vervang ik liefdevol het vuile koude water voor vers warm water.
Soms neem ik haar wat agressiever onder handen.
Mijn schelpje.
Terwijl ik op zoek was naar een vogelbadje en een hoekkast, kwam ik thuis met een glazen schaal en deze schelp. Buiten gevonden…gewoon op een hoekje onder een rekje in een wegmoffelhoek.
Mij moet je niet loslaten in een rommelschuur, sorry brocantewinkel.
Hier in Nederland kunnen we zulke knoerten niet op stranden vinden.
Hier jubelen we al als we een gave oesterschelp vinden, met veel parelmoer, of een kokkel.
Echt, eerlijk waar, serieus…..ik heb al heel lang zo’n echte schelp willen hebben.
Zo eentje waar je de zee in hoort ruisen.
Dat is hier in Drenthe namelijk nog wel een ding.
We hebben geen zee, dus moeten we een kunstmatige oplossing zoeken.
nog eeeeeen fotootje dan…om het af te leren 🙂
