Afgelopen week las ik de blogpost van Remko Boers, die net als ik een master leren en innoveren volgt, of liever gezegd…volgde.
Hij beargumenteert hierin zijn besluit om te stoppen. Eigenlijk zou ik alleen hoeven verwijzen naar zijn post en mijn reactie daarop. Joseph Kessels en Wilfred Rubens mengden zich echter gisteravond in dit gesprek en Wilfred schreef vanuit zijn perspectief ook een blogpost, daar wil ik op aanhaken.
Reflectie
Deze blogpost is een persoonlijke reflectie.
Ik lever geen kritiek op mijn opleiding en opleiders, maar probeer wat pijnpunten te beschrijven.
Mijn grootste struikelblokken in de master leren en innoveren zijn ordenen, analyseren, expliciteren en formuleren.
Een blogpost, een hoofdstuk in een boek of een beleidsplan schrijven, is iets anders is dan het produceren van een paper. Laten we het semi-academisch, zakelijk schrijven noemen.
Daaraan verbonden is ook de APA stijl eis voor wat betreft bronnen en bronvermelding of in sommige gevallen het hele paper.
Met een paper moet je aantonen of je de bronnen goed bestudeerd en geïnterpreteerd hebt en staat bent die opgedane kennis uit bronnen aan elkaar te verbinden op een zakelijke en toch leesbare manier.
Daarvoor zijn een aantal vaardigheden nodig, naast interpunctie en foutloos schrijven. Het belangrijkste is het goed kunnen analyseren van de bronnen, deze te interpreteren en de antwoorden op de vraag die jezelf stelt op de juiste manier formuleren. Ik vind, ik denk, ik voel zijn doodzonden. Onderbouw alles wat je schrijft met bijbehorende bronnen en expliciteer.
Het lastige bij praktijkgerichte ervaringsdeskundigen is, dat zij barsten van de impliciete kennis (tacid knowledge), en het voor hen lastig is om die kennis expliciet te maken. Het is moeilijk om om de ervaringskluwen van kunnen en weten, te ontrafelen in kleine behapbare expliciete brokken en er vervolgens weer een leesbaar en logisch geheel van te maken.
Wanneer ik bronnen lees, heb ik vaak de neiging om daarbij te denken, wat kan ik ermee, bevestigt het iets dat ik al dacht of al wist? Soms en dat is blijkbaar een doodzonde, vraag ik me kritisch af of de schrijver/onderzoeker zich wel bewust is van de realiteit van alledag. Of, nog veel erger, er wat mij betreft helemaal naast zit.
Vanzelfsprekend is mijn theoretische kennis nog ontoereikend om dat weer theoretisch met goede argumenten te onderbouwen.
Om aan te geven dat volwassenen leren om het leren (intrinsiek gemotiveerd) en vaak niet om het papiertje schrijft Wilfred: “…Bovendien wordt de waarde van zelfgestuurd en informeel leren -weliswaar schoorvoetend – steeds breder erkend” .
Jammer genoeg is dat hetgene wat ik de afgelopen 20 jaar gedaan heb en nu wil ik dat formaliseren met dat papiertje.
Wilfred geeft een aantal ‘jammer’ momenten aan in zijn post als het gaat om het voortijdig uitstromen van een volwassen student.
Teleurstelling van de deelnemer, een financiële strop voor de werkgever, hoog uitval is slechte reclame voor de opleider, de kennissamenleving als geheel lijdt verlies.
Op deze punten ben ik het met hem eens.
Vervolgens somt hij op dat er allang bekend is waarom volwassenen relatief weinig deelnemen aan post initiële opleidingen. Zijn punten zal ik met mijn eigen (persoonlijke) ervaring aanvullen.
- Financiële drempels (kosten).
Ik heb een dag per week ontslag genomen omdat ik onafhankelijk van mijn werkgever wil zijn. In de keuzes die ik maakte voor de innovatieopdracht wilde ik dicht bij mezelf blijven in plaats van iets dat de werkgever het wel factsheet waardig vindt. Dat betekent dat ik per maand 800 euro minder verdien en inmiddels bijna 3000 euro studiekosten gemaakt heb. In tegenstelling tot veel van mijn studiegenoten kan ik geen inzage exemplaren bij uitgevers bestellen en betaal ik in geval van aanschaf software het volle bedrag.
Misschien dat opleiders wat selectiever kunnen zijn in de keuze van verplichte bronnen op literatuurlijsten. - Drempels mbt de toegankelijkheid (denk aan instroomeisen, maar ook aan de afstand tot de opleiding).
De instroomeisen zijn helder, een HBO vooropleiding en de afgelopen 2 jaar werkzaam in context Onderwijs of HRD. Echter, wanneer is deze vooropleiding HBO behaald en moet het dan niet een Onderwijsachtige HBO opleiding zijn? Ik heb geen HBO opleiding en door een aangepaste intake kreeg ik toegang, aantoonbaar HBO niveau dus.
Afstand is in het kader van deze master geen bezwaar, de master wordt op veel HBO instellingen gegeven. - Drempels met betrekking tot de informatie over de opleiding (weten deelnemers bijvoorbeeld wat van hen wordt gevraagd).
Kan iemand inschatten wat gemiddeld 17,6 uur per week is? En zijn dat werkweken van onderwijs (40) of weken per jaar (52)? De vaste informatie is er wel, de Summercourse (5 dagen) Wintercourse (2 dagen) en de studiedagen (1x per 3 weken vrijdag van 9 tot 9 en zaterdag van 9 tot 13 uur) staan vast. Mijn persoonlijke studiebelasting is hoger, vooral wanneer er weer een deadline aankomt.
Op dit moment heb ik 1 herkansingsmogelijkheid in juni voor leerpsychologie (4000 woorden) en mijn portfolio (huidige portfolio is 11.000 woorden en nog niet beoordeeld).
Op 30 mei is de inleverdatum van Ontwerpen voor leren (4000 worden).
Op 10 juni is inlevermoment ontvankelijkheid voor het onderzoeksvoorstel, bij herstel moet dat 14 juni aangepast zijn om op 20 juni in een sessie een go/no go moment te krijgen.
Deze data en veelheid is bijna niet haalbaar als je werkt naast de studie.
Bij het weten wat (inhoudelijk) heb ik moeite met het vertalen van de Dublindescriptoren en de werelden van Popper. Ook worstel ik met kreten als “het leren oprekken”.
Over het portfolio, dat een zeer zwaar deel van de opleiding beslaat in credits, wil ik hier alleen kwijt dat een beoordelingsportfolio aan vooraf helder vastgestelde criteria moet voldoen, maar dat ik ook weet wat die criteria zijn. Dat betekent op z’n minst dat aan de bewijzen die in het portfolio opgenomen mogen of moeten worden, ook criteria moeten hangen: validiteit, actualiteit, kwaliteit, kwantiteit, variatie. Iemand die bekend is met bijvoorbeeld EVC procedures, herkent deze 5 termen. Zelfbeoordeling is geen zelfbeoordeling als een ander er weer over gaat oordelen.Een oordeel over het toepassen van de theorie in het portfolio is ook een dubbele beoordeling, deze heeft namelijk al plaatsgevonden in de beoordeling van thema papers.
Mijn opvattingen over een portfolio als reflectie instrument op leren en ontwikkelen verschilt van die van de opleiding, vooral het aanleveren in PDF is mij een doorn in het oog. - Persoonlijke -veelal mentale- drempels. Hieronder vallen bijvoorbeeld het kunnen combineren van studeren met werk en privéleven, het vermogen om zelfsturend te leren of voldoende zelfvertrouwen hebben.
Mijn partner en ik studeren beiden en hebben we geen verzorgingstaken voor kinderen. Voor wat betreft werk, door de keuze de opleiding los te koppelen van mijn werkcontext, mis ik collegiale uitwisseling. Mijn werkcontext vindt in opdrachten plaats in onderwijs. Het merendeel van mijn collega’s weet van onderwijs enkel dat ze het zelf genoten hebben. Erover niet over kunnen praten en nooit bevraagd worden is dus een gemis. Daar staat echter tegenover dat mijn opdrachtgever en mijn netwerk aan alle kanten hulp bieden. De motivatie en ook de zelfsturing (noem het voor mij maar discipline)is ruim aanwezig.
De opleiding is ondanks de herhaaldelijke sturing op Kenniscreatie erg individueel gericht. Ik als persoon moet studiepunten halen en niet mijn groep (behalve voor de eerste paper). Kenniscreatie en kennisdeling wordt niet beloond, dus kalft dat erg snel af. Studiegenoten zoeken elkaar wel op maar dat is niet de standaard.
Voldoende zelfvertrouwen, dat laat ik gezien de maar 5 behaalde credits achterwege, tanende voor wat betreft de studie. - Drempels die voortvloeien uit het ontwerp van de opleidingen. Hieronder vallen studielast, doorlooptijd, het rekening houden met ervaringen van deelnemers of de wijze van beoordelen.
Hier zou ik graag een reactie van mijn opleider zien. We hebben een opleidingscommissie die ook gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt en dat ook doet.
Voor wat betreft het ontwerp van de opleiding…
In veel bronnen die ik nu voor het thema ontwerpen voor leren gelezen heb vind ik:
- Geef authentieke opdrachten.
- Toets en beoordeel liefst in kritische beroepssituaties.
- Zorg voor heldere beoordelingscriteria, liefst samen met de student opgesteld.
- Geef feedback gedurende het leerproces en niet alleen achteraf.
- Om de student blijvend gemotiveerd te laten zijn: Autonomie, Belonging, Competence (de Zelf Determinatie Theorie).
Als ik morgen 80 HBO docenten uitleg dat het gebruik van ICT in het onderwijs vanzelfsprekend is omdat onderwijs moet aansluiten bij de leefwereld van studenten. Als ik hen overspoel met didactische werkvormen en uitleg dat de didactiek in een online omgeving anders is dan bij een frontaal hoorcollege. Als ik hen met principe Practice what you preach om te oren sla, zal de inkt van deze blogpost opgedroogd zijn, maar de mijn pen nog even scherp.
Mijn allergrootste probleem is….wiens leren wil ik innoveren?
Wat is voor mij de waarde van het woord innoveren in een master leren en innoveren?
Nanoot: mijn portfolio behaald 🙂 10 punten in the pocket….
Ik eindig met de Tweet van Joseph Kessels gisteravond
Opgave van onderwijs is toch om iedereen aan het roer van zijn eigen boot van leren en ontwikkeling te laten staan
5 reacties
Karin,
Ik wil niet dat je denkt dat je voor niets geploeterd hebt. En daarom deze reactie. Ik kan je op de korte termijn niet helpen. Wat jij ervaart is herkenbaar. Voor mij was de focus op “gedegen onderzoek” reden om de opleiding niet te doen. Alhoewel leren innoveren mijn passie is.
Ik denk dat met een beetje verbeteren bovenstaande argumenten niet gaan verdwijnen. Geloof dat het radicaal anders moet en dat het verhaal van Evert-Jan Ulrich een mooie start is. (mijn blog erover http://ilsemeelberghs.wordpress.com/2014/05/14/geweest-inauguratie-evert-jan-ulrich-has-hogeschool-in-2025/, Ja ja er zitten piramides in en de #inaugurk was om in te bijten).
Succes met het beantwoorden van je vraag: wiens leren wil ik eigenlijk innoveren.
PS Heb je ooit al eens video van Jef Staes bekeken? Zoniet, geen oplossingen, wel onderhoudend benoemend http://youtu.be/ImCrPtt-rOA
karin,
Ik zou me drie dingen afvragen. 1. Leer je genoeg van deze opleiding, gerelateerd aan de hoeveelheid werk dat je moet verzetten? 2. Is het diploma belangrijk? (kan voor salarisschaal of zo)? 3. Als je niet twee keer ja zegt, is het dan niet het overwegen waard om verder te leren in meer informele settings, zoals je al doet, en daar meer energie in te steken of die te verbeteren: @thecrowd, intervisieclubjes, leesclubjes, wat meer grotere dingen gaan schrijven als artikelen en commentaar vragen etc.
Ik krijg de indruk uit hoe je erover schrijft dat vraag 1 niet met overtuigd Ja wordt beantwoord.
@Jeroen, ik ben een laatbloeier en daardoor ook laat aan iets van ambitie gaan denken. Ik leer heel veel…extreem veel maar als MBO hart/mens ben ik een doener. Antwoord op vraag 2 is NEE, ik kan op eigen kracht en ervaring als “merk”veel meer aantonen dan Diploma behaald. Voor mij is de vraag: bevestigd worden in wat je zegt dat je weet en kunt met een formeel papiertje van belang.
@Ilse, ook ik denk dat het onderwijs aan een radicale verandering toe is. Daarom denk ik ook dat ik daarom zo open schrijf over de worstelingen en soms bij andere zaken nog scherper aanzet. Volgens mij kan het alleen door Onderwijskundig Leiderschap op een andere manier in te vullen en daar wil ik voor gaan. Net als het feit dat ik vind dat informatiemanagement in grote instellingen moet verdwijnen en vervangen moet worden door innovatiemanagement. Ach ik vind heel veel….en daarom bijt ik door in de studie…dan kan ik ook onderbouwen 🙂
En Jef tuurlijk!!
Al vaker gezegd: herkenbare worsteling 🙂 Hier mijn reflectiepostje hierop http://2bejammed.org/2014/05/16/reflecteren-en-innoveren-mli/
Reacties zijn gesloten.