Met ‘n oog op de wereld – In de buitenlucht

Auteur: Paul Laaper

Hoogste tijd voor een update.
Gelukkig stijgen de temperaturen weer en kan ik weer buiten zitten. Binnen voel ik me meer patiënt dan als ik in een tuinstoel op het terras zit en uit kan kijken over de tuin en de daarachter liggende aardappelvelden. Ook het uitgebreide vogel- en insectenleven blijft boeiend.

Het genezingsproces gaat voortvarend. De plek op mijn dijbeen waar ze huid vandaan geschaafd hebben om te transplanteren, is zo goed als genezen. Ook het transplanteren zelf is gelukt. De oogkas wordt iedere ochtend door de thuiszorg uitgespoten met zout water en daarna weer afgedekt met verband (de foto’s zijn een beetje luguber, dus zal ik hier niet plaatsen).

De volgende fase is de bestraling en de voorbereidingen zijn al afgerond. We starten op 31 juli en er zijn 33 bestralingen. Iedere week is er dan ook een consult bij de radiotherapeut, de diëtiste en de mondhygiëniste, drukke dagen dus. Ik hoop op een minder zware belasting dan twee jaar geleden, maar garanties worden niet gegeven.

En hoe is het leven met 1 oog?
Nou, tot nu toe valt het me eerlijk gezegd niet tegen. Het grootste ongemak is dat ik geen auto mag rijden (als ik het al zou kunnen). Verder zijn me nog geen ongelukken overkomen en heb ik ze ook nog niet veroorzaakt. Voorzichtig zijn, goed uitkijken, om je heen voelen of er obstakels zijn, het is allemaal gedrag waar ik mezelf op betrap. Trappen aflopen, ook thuis, altijd met de leuning vasthouden. Inmiddels ook al gefietst. Als ik drukke straten of kruispunten moet oversteken (hahaa, drukke straat in Alteveer!) stap ik gewoon af. Mijn actieradius is op dit moment slechts tot Hoogeveen, want ik merk dat ik conditioneel best een forse jas heb uitgedaan.

En dan dit ….
Twee jaar geleden kreeg ik tijdens de bestralingsperiode problemen met eten en drinken. Ik moest eet- en drinkmomenten verdelen over de dag om voldoende binnen te krijgen. Maar dat matchte niet met de momenten van bestraling en andere verplichtingen in het ziekenhuis. Gevolg: veel te veel afgevallen. Wijs geworden wilde ik dit koste wat kost deze keer voorkomen, mede omdat er een snoeihard moment vastligt: rond het middaguur moet ik gekatheteriseerd worden. Afgelopen maandag heb ik het probleem aangekaart, omdat de volgende dag een aantal afspraken rond het middaguur gepland stonden en wij ook reistijd moeten incalculeren. De dienstdoende vpk ging aan de slag en meldde dat er met poli R afgesproken was, dat als het moment daar was, een telefoontje naar poli U voldoende zou zijn.

Dinsdag op weg naar Groningen en in de auto zei ik tegen Karin: ‘Dit wordt de dag van de systeemtest’. De afspraken op poli R liepen gesmeerd en we eindigden bij een medewerkster van Patiëntenzorg die ons e.e.a vertelde over de zorg rond de bestraling. Ik vroeg haar of zij het proces van de katheterisatie in werking wilde zetten en ze ging aan de gang.
Ik zal jullie de details besparen, maar er vonden een aantal metamorfoses plaats. Ikzelf veranderde langzaam van een patiënt met een zorgvraag in een hete aardappel. Niet een rol die ik direct ambieer, maar die wel weer bij me past gezien mijn professioneel verleden. De mevrouw veranderde van een medewerkster die zich het vuur uit de klompen belde om gepaste zorg voor haar patiënt te regelen, in de zich kapot generende eigenaresse van die hete aardappel.

En Karin? Als het nog wat langer geduurd had, was die wegens amok maken opgepakt door de ordedienst en verpakt in een dwangbuis met een wit busje naar een ggz-instelling midden in het aardbevingsgebied gebracht. Want daar zijn ze gewend aan trillende aarde.
NOOT van de zijlijner: ik ga kaartjes laten drukken met daarop de url: www.watbenjedan.nl

Uiteindelijk werd er na bijna een uur een goede fee gevonden die zei ‘Stuur maar langs, ik doe het wel.’ En zo eindigden we op poli K waar ik de dag daarvoor het proces bespreekbaar had gemaakt. Na 6-7 minuten stond ik weer buiten en konden we naar huis. En zo geschiedde.