Luisteren naar de student, om je onderwijs te verbeteren.

Afgelopen vrijdag 22 juni vonden ruim 20 mensen de weg naar het Innovatiehuis in den Bosch om dat onderwerp op te pakken.
Naar aanleiding van een blogpost over de Job enquête besloten we samen met Herman Post (HJGGV), Merel van Rees en Anneke Veraart er eens mee aan de slag te gaan.

Gek genoeg kostte het best wat moeite om mensen aan te laten sluiten en er was slechts een docent vertegenwoordigd. Misschien nog eens kijken naar de wervingstekst of leeft dit helemaal niet in het mbo?

We trapten af met een voorstelrondje, ga op volgorde van je voornaam naast elkaar zitten en stel jezelf voor aan je buurman/buurvrouw.
Natuurlijk stelden we ook de vraag: ik ga niet naar huis voordat.

Leervragen van deelnemers

Drie 10-minuten pitches
Herman Post vertelde over het door hem ontwikkelde programma: HJGGV (Heb je genoeg geleerd vandaag). Een instrument om teams op grond van feedback van studenten, hun onderwijs te laten verbeteren. Er worden ‘slechts’ 3 feedback vragen gesteld in een kortlopende cyclus aan het eind van elke lesdag.

1. Heb je genoeg geleerd vandaag Ja/Nee,
2. Welk cijfer geef je voor hoeveel je vandaag geleerd hebt??
3. Wat kunnen wij doen om het cijfer omhoog te krijgen?

Met de (anonieme) feedback gaan de teams samen aan de slag om hun onderwijs te verbeteren. Het is dus geen beoordelingsinstrument maar een verbeterinstrument.
Juist vanwege de ‘slechts’ 3 vragen is dit een instrument dat zowel docenten als studenten weinig belast qua tijd, maar erg snel iets oplevert in kwaliteit.

Merel van Rees werkt bij het ROC Midden Nederland en is full-time aangesteld om studentenparticipatie echt vorm te geven. Studenten worden serieus genomen want er is erg veel werk gestoken in de centrale studentenraad, die evenveel rechten en plichten heeft als de ondernemingsraad . Om studenten te activeren worden studenten (met toestemming van de minister) gefaciliteerd om deel te nemen. Dat vertaalt zich in vrijstelling om op dinsdagen te vergaderen en zo lessen te mogen missen. Merel is degene die bijhoudt of studenten er zijn (registratie) en stimuleert studenten om zelf de regie te nemen in raadplegen van de achterban.
Studenten van de colleges worden op verschillende manieren betrokken en bevraagd.
Ikzelf vond met name de slimme keuzes om ook BBL studenten te betrekken door pizza sessies te organiseren erg mooi.

Wat mij echt verbaasde was het feit dat er door collega’s niet echt de waarde ingezien wordt van de participatie.
Merel vecht een groot deel van haar werktijd met directies en management.
Ga eens kijken bij haar wanneer je als ROC in de volle breedte studenten serieus wilt nemen.

Aansluitend vertelde Anneke Veraart hoe de stichting LeerKRACHT teams aanzet tot luisteren naar de student. Door middel van studenten arena´s weten teams waarmee zij aan de slag moeten om hun onderwijs nog beter te maken.

  • Studenten nemen (voorbereid op de vragen en overtuigd van een veilige setting) plaats in een binnenkring.
  • Docenten zitten daar ‘zwijgend’ omheen.
  • De facilitator bevraagd de 6 a 7 studenten op een thema, waarvan het docententeam de vragen heeft opgesteld.
  • Met de uitkomsten uit de arena, gaan docententeams door middel van nieuwe doelen op het doelenbord (een ander instrument) aan het werk.
  • Ze herontwerpen de lessen, kijken bij elkaar en geven elkaar feedback.

Dit zou samen met de aanpak van Herman en Merel een prachtige ‘luisteren naar de student’ programma binnen scholen kunnen worden,
De afspraken zijn al gemaakt, om deze sessie op andere plaatsen binnen scholen te organiseren, om juist ook docenten te bereiken.

Na de koffie werden deelnemers zelf aan het werk gezet.

Opdracht en werkvorm
Verdeeld over groepen A, B en C, werd hen de opdracht gegeven: welke hobbels kun jij bedenken waarom studentenparticipatie moeilijk te organiseren is?
Beperk je tot drie hobbels per team.
Vervolgens scoorden we de hobbels met: geen probleem/wel probleem
De laagst scorende hobbel per team viel af.

Vervolgens zijn de deelnemers aan het werk gegaan met de (mogelijke) oplossingen
(Natuurlijk alleen bij hobbels die zij zelf niet bedacht hadden)

De uitwerking
Normaliter zou ik de blogpost nu beëindigen, maar de hobbels en oplossingen zijn te mooi om niet te beschrijven.

Hobbels (en oplossingen) groep A

1. Continuïteit:
Zowel van studenten (die vaak kort op een mbo zitten) als van de organisatie. Als je iets niet in ritmiek herhaald verzand het vaak in oh ja, dat moet ook nog.
Oplossing: klein beginnen (op team niveau of de sector) en kortlopende cycli.
Vier successen en deel deze ook met de organisatie.
2. Zichtbaarheid (afgevallen hobbel)
Interne communicatie en werving is een hobbel, die echter niet als zo groot gezien werd dat die niet genomen kon worden.
Tip was wel, zorg dat je echt iemand in huis hebt die serieus met studentenparticipatie bezig is. Niet iets ‘erbij´
3. Weerstand bij docenten(teams)
Deze hobbel kwam (in verschillende bewoordingen) op alle drie de flappen voor. Dat geeft te denken.
Oplossingen: veiligheid creëren voor de docenten (teams) hoe ermee om te gaan.
Vooral HJGGV zou dan prima moeten werken, omdat dit volledig geanonimiseerd en online gaat. De studenten arena is ook een oplossing omdat er daar nadrukkelijk nooit over een individuele docent maar het onderwijs algemeen gesproken wordt.

  • Kleine stapjes nemen en geduld hebben.
  • De structuur en cultuur aanpakken, doorbreken
  • Ambassadeurs zoeken (voortrekkers)
  • Steun van management en ook zij zijn rolmodel (dus ook management zou meemoeten in het ontwikkelen van de feedback cultuur).
  • Geen relatie geen prestatie.

Hobbels en oplossingen groep B
1. De studenten willen niet altijd (kost te veel tijd en opbrengst is niet helder)
Oplossingen:

  • Tijdsinvestering beperken door het bijvoorbeeld te koppelen aan burgerschap (kritisch denken)
  • Inzetten in de les vanuit de vraag van een docent
  • Kies methodieken die weinig tijd kosten, bijvoor beeld de 3 drie vragen van HJGGV
  • Motivatie is te verhogen door veiligheid in te bouwen (anoniem).
  • Vooral opbrengsten terugkoppelen
  • Meerdere varianten/werkvormen gebruiken. Een voorbeeld daarvan is de gelaagdheid die Merel bij ROC Midden Nederland gebruikt, passend bij niveau en opleiding (BOL of BBL).
  • Laat echt zien welke acties er ingezet zijn naar aanleiding van de feedback
    • posters
    • checkvragen inbouwen
    • terugkoppeling ook faciliteren
    • bij een specifiek probleem studenten laten meedenken aan de oplossing en de uitvoering
  • Persoonlijk benaderen van studenten (echt face to face) en er zelf ook bij zijn
    (als jij gaat, ga ik mee).

2. De vraagstukken en vragen zijn niet altijd relevant voor de student (denk ook aan niveau van de vragen) (vervallen hobbel)
Enige tip die we hier hadden, denk gewoon aan de taal passend bij niveau van studenten.
Vraag ook alleen feedback als je er ook iets mee gaat doen!
3. De docenten staan niet altijd open voor feedback van de studenten.
(Die lijkt op de derde hobbel van groep A.)
Hier werd in de gesprekken die gevoerd werden wel van aangegeven dat een feedback cultuur niet van de ene op de andere dag ontstaat en dat het echt in alle lagen van de organisatie moet ontstaan.

  • Team feedback is veiliger dan feedback op de persoon (docent).
  • De feedback moet vanuit de positiviteit ingestoken worden.
  • Rol van het management is erg belangrijk, deze moet zich ook kwetsbaar opstellen en
    • participeren
    • aansturen
    • aanspreken.
  • Vanaf cvb tot aan de werkvloer moeten alle lagen het doen (practice what you preach)
  • Duurzaam, het moet geen kunstje van een week worden, maar een blijvende cultuurverandering zijn.

Groep C
1. Heersende cultuur remt studenten participatie.
Oplossingen zijn reeds eerder genoemd, maar hier is klein beginnen in korte cycli ook als oplossing aangedragen,
De voorbeeldfunctie en de rol van het management zijn natuurlijk ook van belang.

Mij schoot (dus een persoonlijke toevoeging) te binnen dat Merel aangaf dat ze moest vechten om de participatie van de grond te krijgen. Is er iets van angst dan bij docententeams en management?
2. Hoe bereik je zoveel mogelijk studenten (zowel gemotiveerde als minder gemotiveerde studenten)

  • Anonimisering. Chiel Kessels gaf een voorbeeld van een klas, waarbij de wat stillere student telkens verweten werd niet actief deel te nemen aan de les. Bij het gebruik van HJGGV worden alle stemmen gehoord. Daar bleek dat sommige leerlingen gewoon last hebben van de herrie en het gepraat van medestudenten en daarom zich terugtrekken uit de activiteiten..
  • Benader studenten persoonlijk en leg het ‘waarom’uit. Daar werden een aantal voorbeelden van de studentenarena genoemd, want alle studenten moeten gehoord worden en dus ook de kritische…of juist de kritische studenten.
  • Een wat drastischer manier maar deze werkt ook: random (aanwijzen) want iedereen komt aan de beurt.

3. De laatste hobbel kwam te vervallen: wat gebeurt er met de feedback?
Deze komt niet of onvoldoende terug bij de studenten. Check dat.
Inmiddels heb je als lezer gezien dat dat een van de voorwaarden is van luisteren naar de student.

Hoewel we de hele middag netjes binnen de tijd bleven, was het uitwisselen van de oplossingen interessant genoeg om de vraagtafel (aan de drie presentatoren) te laten vervallen en direct over te stappen naar het informele deel….de borrel.

Het was een prima middag, dat vonden wij als trekkers niet alleen……maar dat kwam ook terug uit de groep.

Tip van ons: organiseer eens eenzelfde middag met zulke werkvormen in jouw eigen school en ga er dan iets mee doen!!