Normaliter lees ik eigenlijk alleen Ruggespraak van het maandblad van OnzeTaal , vanwege de verschrikkelijk komische fouten die gevonden worden in de media, alleen daarom zou ik een lidmaatschap aanbevelen.
Maar vanavond was ik plat op zoek naar een onderwerp voor #iederedagbloggen.
Al bladerend vond ik het artikel van Hans Bennis: Korterlands, anarchie in de schrijftaal
Hans Bennis (Directeur van Meertens instituut), is hoogleraar Taalvariatie, subliem! Wat zou hij vinden van mijn Sgreivvauten?
Waar ik gecharmeerd van ben, is de insteek van mijnheer Bennis (ik ken hem niet en vind hem U-waardig).
Hij neemt het op voor de jeugd en de creativiteit die zij ten toon spreiden met het ontwikkelen van Korterlands (de slimme lezer snapt dat het Nederlands is dat creatief en leesbaar ingekort wordt).
Zijn constatering dat er geen moment in onze geschiedenis geweest is waarop mensen zoveel schreven, omdat schrijven meestal was voorbehouden aan de hoogopgeleide elite, is een logische maar nu eens hardop geschreven.
Meest sprekende zin in het artikel:
Het onderwijs zou er goed aan doen om aan te sluiten bij de huidige ontwikkelingen. In plaats van verontrust te protesteren zouden leraren gebruik kunnen maken van nieuwe media. Laat leerlingen nieuwe woorden in het Korterlands verzinnen of laat ze bedenken op grond van welke regels Amstelveen tot amstlvn geworden is.
De uitleg dat het verkorten en creatief zijn met woorden ontstaan is vanwege een economisch principe (140 tekens voor Twitter en 160 voor en sms) en zijn begrip daarvoor, maakt dat ik het boek wat in het najaar uitkomt nu als op mijn verlanglijstje gezet heb.
(op twitter ook een aanbevelenswaardige om te volgen: https://twitter.com/#!/onzetaal