… het verstandigst is zij die weet wat ze niet weet … #MLI

(Jostein Gaarder, De wereld van Sofie p.68 )

Waarschijnlijk heb ik een grote kennis achterstand in vergelijking met een aantal studiegenoten, daar waar het gaat over “socratische gesprekken”. Morgen hebben wij een workshop socratische gesprekken, maar wat is dat?

De oorsprong.
Het Socratische deel komt van de naam Socrates (469-399 v. Chr.) waarvan geen geschriften bewaard gebleven zijn en wiens gesprekken wij kennen uit de  dialogen van Plato. In deze dialogen ging het over vragen als: Wat is moed? Wat is kennis? Wat is deugd? Is de deugd onderwijsbaar?
Wat Socrates met zulke gesprekken beoogde was “het ijdele gezwets weg nemen om vervolgens waarheid geboren te laten worden”.  Socrates noemde zijn methode telenchus (ruwweg vertaald: kruisverhoor) en zijn enige uitgangspunt was dat hij zeker wist dat hij niets wist.
Het opdiepen van kennis moest volgens Socrates gebeuren met de gesprekstechniek die verliep zoals een vroedvrouw helpt bij een bevalling. Door af te wisselen tussen aanmoediging om door te gaan of op te houden en de barende een beetje te helpen door te duwen en masseren.

Kant (1724-1804) heeft de filosofische methode beschreven die in een socratisch gesprek wordt gebruikt en Nelson (1882-1927) heeft op basis van die methode een gespreksvorm ontwikkeld die tot op de dag van vandaag wordt gebruikt. De door hem opgerichte Philosopisch Politische Akademie bestaat nog altijd in Duitsland.

Wat en hoe en waarom?
De socratische dialoog vertoont overeenkomsten met collegiaal consult of bijvoorbeeld intervisie en vindt in een kleine groep plaats. Er wordt één kwestie of één centrale uit het leven gegrepen casus onderzocht.

In een socratisch gesprek gaat het er niet om een casus of vraagstuk op te lossen, maar een algemene, voor de deelnemers relevante kwestie te analyseren.
Kenmerkend is het expliciteren van de onderliggende factoren die het eigen denken en handelen bepalen, de ‘verborgen bestuurders’.

Richtlijnen voor het tot stand brengen van een dialoog  (uit: Vrije ruimte, filosoferen in organisaties, p. 180)

  1. Neem de tijd. Een dialoog is een vorm van langzaam denken, gericht op diepgang.
  2. Luister. Stel vragen. Verplaats u in een ander. Bekijk de wereld door diens ogen.
  3. Er hoeft geen beslissing uit te komen. Begrip kweken en zicht krijgen op elkaars denkbeelden is voldoende resultaat.
  4. Denk niet tegen de anderen (‘ja, maar’). Denk met de anderen, denk samen, denk als één hoofd (‘ja, en’).
  5. Fixeer u niet op oplossingen. Onderzoek de onderliggende redenen, waarden of visies van een probleem of een oplossing.
  6. Maak ruimte voor nieuw denken. Ga voorbij uw oude denken.

Wat kan een socratisch gesprek opleveren?
Een denkervaring, vanwege het doorvragen kan het een indringende ervaring zijn omdat je erachter komt wat iemand denkt en waarom. Daar zou dus ook een hoe zit het nou allemaal vraag uit kunnen komen.
Kennis: vanwege het doorvragen krijgen woorden en begrippen een diepere betekenis. Je leert ook de denkbeelden van je gesprekspartner kennen.
Houding: een onderzoekende, niet autoritaire en vragende houding waarin je vrijuit kunt spreken en de ander ruimte geeft. Je durft elkaar te bevragen.
Vaardigheden: Luisteren, verwoorden van wat je zienswijze en formuleren van juiste onderzoeksvragen.

Eens zien wat er morgen gaat gebeuren.
Het bijbehorend plaatje dat bij mij opkomt voor nu is:

zelfvertrouwen

 

 

Eén reactie

  1. Dank je wel Karin!

    Nu hoef ik niet meer naar school morgen, want ik weet nu alles al! ;^)

    Covey heeft het over empatisch luisteren, Rogers over actief luisteren. Is ook wel een humanistische vaardigheid: de zelfverwezenlijking van de mens bevorderen.

    Op de docentenopleiding (omgangskunde) heb ik veel moeten oefenen met ontwikkelingsgerichte kuistertechnieken. Ik deed zo hard mijn best met écht naar de ander te luisteren dat ik per saldo meer naar mezelf aan het luisteren was.

Reacties zijn gesloten.