Aan de binnenkant van mijn hoofd.

Vier keer per dag doe ik een rondje hondje. Analoog, dan heb ik alle tijd om te peinzen, denken en ook om af en toe stil te staan bij hoe het met me gaat.

Gisteren was in ons dorp het Oktoberfest. 3000 man in een feesttent met de meest verschrikkelijke muziek die door het dorp schalde. Paul en ik zijn er nooit geweest, maar we gingen wel altijd effe kijken, gewoon om de gekkigheid te zien.
Voor het eerst dacht ik, oh man…..3000 dronken lorren door de straten om 12 uur….ik doe de boel op slot.
Dat is me eigenlijk prima bevallen (en het viel ook allemaal reuze mee hoor).
Maar toch wil ik niet zo worden en zo denken.

Die blik van de ander
Doordat de klussen (en het onderhoud van vaste klanten) weer beginnen aan te trekken en de deur naar de buitenwereld weer open gaat, loop ik tegen iets nieuws aan.
De schrik in de ogen van die ander, als ik antwoord geef op de vraag: ‘Hoe is het met Paul?’
Daar kan ik nog niet zo goed mee omgaan.

In de eerste rauwe rouw had ik nog het recht om niet te reageren, of om dingen af te houden.
Je denkt dat het went…vertellen aan een ander dat Paul niet meer leeft.
Maar het went niet, het wakkert het verdriet vaak weer aan.
Dat maakt ook dat ik groepen en bijeenkomsten met veel mensen ontwijk.
Ik laat ze aan me voorbij gaan.

De dagen rijgen zich aaneen
Weekenden zijn lastig, vooral de zondagen.
Een tijdje terug sipte ik hardop tegen Laura dat ik zat te verpieteren. Suf dorp en niks te doen.
Normaliter werk ik niet in het weekend….maar door een beetje te schuiven met to do’s en afgebakende dingen, pak ik de zondag om een deel wel te werken.
We zijn druk met het boek alle dagen digitaal en er zijn soms wat creatieve dingen die zonder tijdsdruk gedaan kunnen worden.
Daar gebruik ik de zondagochtenden voor. Het maakt de dag wat minder leeg en lang.

Toch…mis ik een loopje naar winkels en een praatje (ook op zondag).
Toen we hierheen vertrokken gingen we er gewoon van uit dat we samen oud zouden worden.  De drang om vaart te zetten achter terug naar de Randstad (huizenruil of gewoon de tent verkopen en maar zien waar het schip strandt) wordt steeds groter. Ik heb 1 reactie op de blogpost waar ik dat bedacht en ik heb ook een zekere koper voor dit huis.

Het is alleen zo moeilijk om te bedenken in welke volgorde welke stappen gezet moeten worden. Wat is het huis waard (taxatie), wat wil de bank aan mij lenen (hypotheek als zzp’er met een extreem slecht jaar), moet ik al gaan ruimen, is het niet safer om gewoon te blijven zitten met een bak overwaarde en laag maandbedrag?
Dan is het extra zuur als een van de clubs waar ik een mini pensioentje heb een mail stuurt over partnerpensioenen.

Allemaal bedenksels die me bezighouden tijdens het rondje hondje….en soms jammergenoeg ook ‘s nachts.

Ach de wijsheid komt met de jaren….wie weet als ik straks 61 ben dat de oplossingen gewoon voor het grijpen liggen.

Eén reactie

  1. Lieve Karin,
    Hondje rondje: Hmm…… denkt die hond, ……moet ik nou weer naar buiten en dan nog wel ook in de nacht….
    Wat goed dat je naar dat feessie in die tent bent gegaan.
    Wij zaten 2 weken geleden in een An der Mosel Hotel te zingen dat Frans Bouwer best nog wel even tijd voor ons had. Ik kende de tekst van Marina Marina nog, …..erreg he?
    We hadden wel “wat” Berncastle Spätlese op hoor maar toch,….
    Je wilt er niet bijhoren…..maar het was hartstikke leuk.
    Niet door vertellen!
    Lijkt mij moeilijk steeds weer te moeten vertellen dat Paul er niet meer is.
    En dat is het toch ook, moeilijk dat hij er niet meer is…..
    Volgende stappen….. hypotheken, inkomen, pensioenen, huizenmarkt….
    Weet je wat,…….ik weet het niet hoor.
    Mijn schoonmoeder, je hebt haar een keer ontmoet, zei in zoń situatie, “komt tijd komt raad”. En dan ook nog op zijn Gelders.
    Maar ja, wat heb je daaraan in het hier en nu van een te grote tuin en veel dierbaren 250 km verderop?
    Mooi Karin dat je ons/mij meeneemt in je gedachten en roerselen.
    Liefs, Jaap

Reacties zijn gesloten.